Archeologen hebben een baanbrekende ontdekking gedaan op het Isle of Skye, Schotland, waarbij ze oude stenen werktuigen hebben opgegraven die nieuwe inzichten bieden in de vroegst bekende inwoners van Schotland. Deze werktuigen, gedateerd tussen 11.500 en 11.000 jaar geleden, stammen uit het Laat-Paleolithicum (LUP) en tonen aan dat vroege mensen verder naar het noorden trokken dan eerder werd gedacht.
Het onderzoek, geleid door professor Karen Hardy van de Universiteit van Glasgow en de overleden archeoloog Martin Wildgoose, markeert de grootste concentratie van bewijs voor vroege menselijke aanwezigheid langs de westkust van Schotland. De bevindingen werden gepubliceerd in *The Journal of Quaternary Science* en benadrukken de samenwerking van onderzoekers van de universiteiten van Leeds, Sheffield, Leeds Beckett en Flinders in Australië, die de oude zeeniveaus en landschappen van de regio reconstrueerden.
Deze nomadische jager-verzamelaars, waarschijnlijk behorend tot de Ahrensburgcultuur van Noord-Europa, navigeerden over Doggerland (nu ondergedompeld onder de Noordzee) om Groot-Brittannië en uiteindelijk het Isle of Skye te bereiken. Professor Hardy beschrijft deze migratie als “het ultieme avonturenverhaal”, waarbij ze de strategische selectie van locaties door de kolonisten opmerkt, met toegang tot kust- en rivierbronnen, evenals waardevolle materialen zoals oker.