Archeologen hebben een tweede methode ontdekt die door de oude Maya's werd gebruikt om hun kenmerkende Maya Blauwe pigment te creëren. Deze bevinding vergroot ons begrip van de Maya's hun technologische vindingrijkheid en daagt eerdere veronderstellingen over de productie van het pigment uit.
Dean E. Arnold presenteerde dit onderzoek op de bijeenkomst van de Society for American Archaeology in Denver op 25 april 2025. De analyse van twaalf kommen uit Chichén Itzá onthulde sporen van verbrand plantaardig materiaal en palygorskite, een kleimineraal. Dit suggereert dat de Maya's een methode gebruikten waarbij geen copalhars nodig was, wat eerder als essentieel werd beschouwd.
De nieuw ontdekte techniek omvatte het malen van natte palygorskite en het mengen ervan met indigo voordat het mengsel rechtstreeks in een kom werd verwarmd. Deze voorheen onbekende methode benadrukt de geavanceerde chemische kennis van de Maya's en hun vermogen om pigmentcreatietechnieken aan te passen op basis van beschikbare middelen. Maya Blauw, bekend om zijn weerstand tegen tijd en barre omstandigheden, werd van ongeveer 300 voor Christus tot de koloniale periode gebruikt om aardewerk, muurschilderingen en zelfs offerdieren te versieren. Arnold's uitgebreide onderzoek naar het pigment wordt gedetailleerd beschreven in zijn boek 'Maya Blue'.