Archeologen hebben een paar 4000 jaar oude cimbalen opgegraven in Dahwa, Oman, die dateren uit het derde millennium voor Christus, specifiek tussen 2200 voor Christus en 2000 voor Christus. De ontdekking, gedaan tijdens een opgraving in 2018 van een oud gebouw, geeft inzicht in oude muzikale tradities en culturele verbindingen in de regio.
De cimbalen, omschreven als cirkelvormig met een diameter van 138 mm, hebben een reliëf in het midden en een klein gat. Ondanks wat koperoxidatie zijn de artefacten goed bewaard gebleven. Volgens Khaled Douglas, een archeoloog van Sultan Qaboos University en hoofdauteur van de studie gepubliceerd in Antiquity, zijn de cimbalen unieke vondsten voor Oman.
Onderzoekers veronderstellen dat de cimbalen werden gebruikt in rituelen en openbare ceremonies, mogelijk binnen een cultische context. Chemische analyses suggereren dat de cimbalen zijn gemaakt van lokaal Omaans koper, ondanks dat ze lijken op die uit de Indusvallei beschaving. De ontdekking geeft aan dat muziek een cruciale rol speelde in interregionaal contact en dat gedeelde muzikale tradities nauwe banden bevorderden tussen verschillende samenlevingen tijdens de bronstijd.