Antropologisch onderzoek in Kazachstan onthult belangrijke inzichten in de sociale positie van vrouwen in oude nomadische samenlevingen. Ramazan Zhanuzak, een antropoloog aan het Alkey Margulan Instituut voor Archeologie, rapporteerde over ontdekkingen uit graven uit de Saka- en Turkse periode.
In 2013 werd het graf van de "Urdzhar-prinses", daterend uit de 5e-4e eeuw voor Christus, opgegraven in de regio Oost-Kazachstan. De vrouw, die stierf op 30-35-jarige leeftijd, vertoonde opzettelijke schedelvervorming, een praktijk die mogelijk verband houdt met babywiegjes. Onderzoekers merkten op dat haar gelaatstrekken lijken op die van moderne Kazachse vrouwen.
In de regio Turkestan werden overblijfselen gevonden van een 35-40-jarige vrouw uit de vroege IJzertijd met bewijs van postmortale trepanatie, waarschijnlijk voor mummificatie. Zhanuzak suggereert dat dit was om het lichaam te bewaren voor rouwrituelen.
Opgravingen in de regio Zhetysu brachten het graf van een vrouw aan het licht naast een paard, bronzen spiegel, ringen en een ketting, wat wijst op haar hoge sociale status.