Kleine putjes in fossiele tanden kunnen evolutionaire geheimen onthullen

Bewerkt door: Katia Remezova Cath

De studie van oude tanden, met name de aanwezigheid of afwezigheid van kleine putjes in hun glazuur, kan waardevolle inzichten bieden in de menselijke evolutie, waardoor we onze voorouders en hun relaties kunnen begrijpen. Deze kennis vergroot ons begrip van de menselijke oorsprong en de onderlinge verbondenheid van het leven.

Een recente studie gepubliceerd in het Journal of Human Evolution richt zich op deze kleine, cirkelvormige putjes die in het glazuur van fossiele tanden worden gevonden. Deze putjes, die voorheen werden beschouwd als tekenen van ziekte of ondervoeding, kunnen in werkelijkheid belangrijke evolutionaire aanwijzingen bevatten. Het onderzoek suggereert dat deze putjes, die uniform van vorm en grootte zijn, kunnen dienen als een nieuwe marker voor het identificeren en classificeren van verschillende soorten homininen.

Onderzoekers onderzochten fossiele tanden van verschillende homininesoorten, waaronder Paranthropus robustus, Australopithecus en Homo, van locaties in zowel Oost- als Zuid-Afrika. Ze observeerden dat de uniforme putjes vaak voorkwamen in Paranthropus en vroege Australopithecus exemplaren. Ze ontbraken echter opvallend in Australopithecus africanus en het geslacht Homo, inclusief onze eigen soort.

De studie stelt dat deze putjes waarschijnlijk een genetisch bepaalde eigenschap zijn, in plaats van een defect veroorzaakt door stress of ziekte. Deze conclusie wordt ondersteund door de consistentie van de putjes over soorten en tijd, evenals vergelijkingen met moderne menselijke aandoeningen zoals amelogenesis imperfecta, die de glazuurvorming beïnvloedt. De wetenschappers suggereren dat deze putjes mogelijk zijn ontstaan als een bijproduct van veranderingen in de manier waarop glazuur werd gevormd in deze soorten.

Deze ontdekking heeft het potentieel om ons begrip van de menselijke stamboom te verfijnen. De aanwezigheid of afwezigheid van deze putjes kan helpen de evolutionaire relaties tussen verschillende homininesoorten te verduidelijken. Het zou ook aanwijzingen kunnen geven over de oorsprong van soorten zoals Paranthropus en zelfs licht kunnen werpen op de evolutionaire geschiedenis van soorten zoals Homo floresiensis. Er is meer onderzoek nodig, maar deze bevinding biedt een opwindend nieuw hulpmiddel voor het verkennen van het complexe verhaal van de menselijke evolutie.

Bronnen

  • The Conversation

Heb je een fout of onnauwkeurigheid gevonden?

We zullen je opmerkingen zo snel mogelijk in overweging nemen.