De ontdekking van 236 miljoen jaar oude gefossiliseerde uitwerpselen met vlinderschubben onthult een veel vroegere oorsprong voor vlinders en motten, en geeft inzicht in hun overleving na een massa-extinctie. Deze bevinding helpt ons te begrijpen hoe het leven zich aanpast en evolueert, en biedt waardevolle kennis over de geschiedenis van onze planeet en haar bewoners. In het hart van het Talampaya National Park in Argentinië ontdekten paleontologen een opmerkelijke vondst: gefossiliseerde uitwerpselen, ofwel coprolieten, daterend van 236 miljoen jaar geleden. Deze coprolieten, overblijfselen van herbivore dieren, bevatten een verrassend geheim. Microscopisch onderzoek onthulde kleine schubben, vergelijkbaar met die van moderne vlinders en motten, ingebed in de gefossiliseerde resten. Deze ontdekking duwt de bekende tijdlijn voor de orde Lepidoptera, waartoe vlinders en motten behoren, ongeveer 35 miljoen jaar terug in de tijd. Eerder dateerden de oudste fysieke bewijzen uit het vroege Jura-tijdperk. Genetische studies hadden een nog vroegere oorsprong gesuggereerd, rond 241 miljoen jaar geleden. De Argentijnse vondst overbrugt een aanzienlijke kloof in het fossielenbestand. De soort Ampatiri eloisae, zoals de onderzoekers het noemden, leefde kort na de Perm-extinctie, de meest verwoestende extinctiegebeurtenis in de geschiedenis van de aarde. De aanwezigheid van deze vroege vlinders suggereert dat ze al een proboscis hadden ontwikkeld, de lange, opgerolde voedingsbuis die moderne vlinders gebruiken om nectar te drinken. Interessant genoeg bestonden er geen bloemen tijdens het Trias-tijdperk. In plaats daarvan voedden deze vroege vlinders zich waarschijnlijk met suikerachtige druppels geproduceerd door primitieve planten. Deze bevinding daagt het eerdere begrip van de proboscis als uitsluitend een aanpassing voor bloembestuiving uit, en suggereert dat deze eerder evolueerde als een overlevingsmechanisme. Deze ontdekking benadrukt de veerkracht van het leven en zijn vermogen om zich aan te passen aan uitdagende omgevingen. Het onderstreept het belang van het onderzoeken van zelfs de meest onopvallende overblijfselen uit het verleden, aangezien deze cruciale aanwijzingen kunnen bevatten voor het begrijpen van de geschiedenis van het leven op aarde. De studie van Ampatiri eloisae biedt een nieuw perspectief op de evolutie van vlinders, en onthult hun oorsprong als overlevenden van een massa-extinctie, niet alleen als kleurrijke versieringen van een bloemenwereld.
Ontdekking van oude vlinder-voorouder in gefossiliseerde uitwerpselen herschrijft de insecten-evolutie
Bewerkt door: Katia Remezova Cath
Bronnen
Muy Interesante
Lees meer nieuws over dit onderwerp:
Genexpressie-analyse in vliegenpoppen verbetert schatting van post-mortem interval in forensische entomologie
Schildpadden gebruiken zowel genetische als mechanische processen om hoofdschubben te vormen, blijkt uit onderzoek
Onderzoek toont aan: Herpes Simplex Virus herprogrammeert menselijk genoom om replicatie te bevorderen
Heb je een fout of onnauwkeurigheid gevonden?
We zullen je opmerkingen zo snel mogelijk in overweging nemen.