Walvissen, een van de grootste wezens op aarde, spelen een cruciale rol bij de koolstofvastlegging. Wanneer walvissen sterven, zinken ze naar de oceaanbodem, waardoor de koolstof die ze gedurende hun leven hebben verzameld, effectief wordt opgeslagen.
Een recente studie van Amerikaanse wetenschappers onthult dat walvissen jaarlijks ongeveer 70 miljoen ton koolstofdioxide in de oceaan opnemen, waardoor er elk jaar ongeveer 15 miljoen ton wordt verwijderd. Deze koolstofvastlegging helpt de opwarming van de aarde te verminderen door broeikasgassen in de atmosfeer te verminderen.
Het onderzoek benadrukt dat walvisbescherming niet alleen essentieel is voor de biodiversiteit, maar ook voor de bestrijding van klimaatverandering, wat aanzienlijke milieuvoordelen oplevert. Het beschermen van walvispopulaties kan de capaciteit van de oceaan om koolstof te absorberen aanzienlijk vergroten, waardoor de wereldwijde inspanningen om klimaatverandering aan te pakken worden ondersteund.