In Baskenland is de groet “¡Aupa!” [ˈawpa] een informele uitdrukking die wordt gebruikt om zowel te groeten als aan te moedigen. Dit woord van vier letters draagt een aanzienlijk cultureel gewicht en is een symbool van de dagelijkse spraak in Euskadi, gebruikt in zowel het Baskisch als het informele Spaans.
Hoewel het ook in sommige gebieden van Noord-Spanje te horen is, heeft het constante en genormaliseerde gebruik ervan in Baskenland het tot een taalkundige identiteitsmarkering gemaakt. “¡Aupa!” zeggen bij het binnengaan van een winkel, bij het passeren van een buurman, of zelfs om een voetbalteam aan te moedigen is niet alleen gebruikelijk; het is bijna een sociale norm.
De etymologie van “¡Aupa!” komt van het werkwoord “aupatu”, wat “optillen” of “verhogen” betekent. Dit werkwoord werd vaak gebruikt om een opwaartse beweging aan te duiden, vooral bij het aanmoedigen van iemand om op te staan of iets zwaars te dragen. Na verloop van tijd werd de energie die geassocieerd werd met het optillen, het overwinnen van een uitdaging, overgedragen op het dagelijks leven, en werd het eerst een manier om iemand te motiveren en later een informele groet vol affectie. Dus “¡Aupa!” zeggen is vandaag de dag als zeggen “Ik ben met je”, “Kop op”, “Laten we ervoor gaan”, of gewoon “Hallo”, allemaal in één woord.
Momenteel blijft “¡Aupa!” een levende en actuele uitdrukking in de Baskische cultuur, die de warmte en nabijheid van de inwoners weerspiegelt. Het gebruik ervan in verschillende alledaagse contexten toont de relevantie en het vermogen om zich aan te passen aan de communicatiebehoeften van de Baskische samenleving.