Voorzitter van de Europese Raad, António Costa, bezocht in mei de Westelijke Balkan om de toewijding van de EU aan de regio te bekrachtigen. Zijn tour omvatte stops in Servië, Bosnië & Herzegovina, Montenegro, Kosovo, Noord-Macedonië en Albanië. Costa benadrukte het belang van EU-toetreding voor de landen van de Westelijke Balkan.
Costa's bezoek komt te midden van bezorgdheid dat de versnelde toetredingsgesprekken met Oekraïne en Moldavië de Westelijke Balkan op een zijspoor zouden kunnen zetten. Hij benadrukte dat de Russische invasie van Oekraïne de regio niet mag benadelen. Costa merkte op dat Albanië en Montenegro het verst gevorderd zijn in hun EU-toetredingsproces.
Servië blijft een punt van zorg vanwege zijn ambivalente buitenlandse politiek. De aanwezigheid van president Aleksandar Vucic bij de herdenkingen van de Russische Dag van de Overwinning in Moskou deed wenkbrauwen fronsen. Costa bagatelliseerde echter de betekenis van het bezoek en verklaarde dat de toekomst van Servië in Europa ligt.
Costa weigerde een definitieve datum vast te stellen voor nieuwe toetredingen, en benadrukte dat het een op verdienste gebaseerd proces is. Hij erkende het groeiende scepticisme onder burgers in de regio als gevolg van vastgelopen toetredingsgesprekken. Costa herhaalde de grondleggende visie van de EU om historische wonden te overwinnen.