De Indiase premier Modi heeft onlangs een bezoek aan Sri Lanka afgerond, gekenmerkt door de ondertekening van overeenkomsten gericht op het versterken van de defensie- en energie-samenwerking tussen de twee landen. Tijdens het bezoek werd Modi ook onderscheiden met de "Sri Lanka Mitra Vibhushana", de hoogste eer die Sri Lanka aan een buitenlandse leider kan toekennen.
Dit bezoek wordt algemeen geïnterpreteerd als een strategische zet om de toenemende invloed van China in Zuid-Azië tegen te gaan. Modi benadrukte de overeenkomstige veiligheidsbelangen van India en Sri Lanka, terwijl de Sri Lankaanse regering India verzekerde dat haar grondgebied op geen enkele manier zou worden gebruikt die de veiligheid van India zou kunnen ondermijnen.
De geografische ligging van Sri Lanka, gelegen aan cruciale scheepvaartroutes, maakt het tot een centraal punt voor zowel India als China. De invloed van China in Sri Lanka is uitgebreid door middel van infrastructuurprojecten, waaronder de haven van Hambantota, die voor 99 jaar aan China is verpacht, en voorgestelde investeringen zoals de olieraffinaderij van 3,7 miljard dollar. Deze ontwikkelingen hebben in New Delhi tot bezorgdheid geleid, wat heeft geleid tot een assertievere buitenlandse politiek ten opzichte van het eiland.
Zowel India als China hebben zich ertoe verbonden Sri Lanka te helpen bij het herstructureren van zijn schulden, een cruciale stap voor het economisch herstel van het land. Sri Lanka streeft naar een evenwichtige relatie met beide landen, zelfs nu de Chinese militaire aanwezigheid in de Indische Oceaan groeit. India werkt actief samen met andere landen om Chinese activiteiten te monitoren en ontwikkelingshulp te bieden in de regio Zuid-Azië.