De VS hebben een universeel basistarief van 10% ingevoerd, dat ingaat op 5 april. Hogere tarieven zullen worden toegepast op specifieke handelspartners, waaronder China, Japan en de Europese Unie, vanaf 9 april.
President Trump heeft aangekondigd dat deze landen heffingen zullen krijgen die gelijk zijn aan de helft van een berekend totaal van handelsbarrières die aan de VS worden opgelegd. China zal bijvoorbeeld een tarief van 34% in rekening worden gebracht, gebaseerd op een berekende heffing van 67% die het aan de VS oplegt. Japan krijgt een tarief van 24%, de EU 20% en Vietnam 46%.
Deze tarieven zijn alleen van toepassing op de niet-Amerikaanse inhoud van afgewerkte goederen als ten minste 20% van de waarde van het product afkomstig is uit de VS. Tarieven op Canada en Mexico blijven ongewijzigd, inclusief de pauze op rechten voor goederen die voldoen aan de Overeenkomst tussen de Verenigde Staten, Mexico en Canada.
Goederen zoals staal, aluminium, auto's, auto-onderdelen, koper, farmaceutische producten en halfgeleiders zijn vrijgesteld van de nieuwe rechten. Bestaande tarieven op staal, aluminium, auto's en auto-onderdelen blijven van kracht.
De Food Industry Association (FMI) heeft haar bezorgdheid geuit dat deze tarieven kunnen leiden tot stijgende prijzen en een verminderde concurrentiepositie voor Amerikaanse bedrijven. De National Grocers Association (NGA) herhaalde deze zorgen en drong aan op een evenwichtige aanpak om de voedselprijzen te stabiliseren.
Verwacht wordt dat Amerikaanse handelspartners vergeldingsmaatregelen zullen nemen, waarbij China en Canada al heffingen invoeren en de EU tegenmaatregelen plant.