Het Internationaal Gerechtshof (ICJ) is op maandag 28 april 2025 in Den Haag begonnen met openbare hoorzittingen om de verplichtingen van Israël te onderzoeken met betrekking tot zijn beleid en praktijken in de bezette Palestijnse gebieden. Dit volgt op een verzoek van de Algemene Vergadering van de VN om een adviserend advies over de juridische verantwoordelijkheden van Israël, met name met betrekking tot de rechten van Palestijnen.
Verwacht wordt dat vertegenwoordigers van 40 landen en vier internationale organisaties tijdens de procedure mondelinge verklaringen zullen afleggen. De VN wil opheldering over de verplichtingen van Israël jegens de VN, haar agentschappen, internationale organisaties en derde staten om de ongehinderde levering van dringend noodzakelijke goederen die essentieel zijn voor het overleven van de Palestijnse burgerbevolking te waarborgen.
De Israëlische minister van Buitenlandse Zaken, Gidon Sa'ar, verklaarde dat Israël niet aanwezig zal zijn bij de mondelinge procedure en noemde het een “beschamende procedure tegen Israël”. Hij beschuldigde de VN ervan een anti-Israëlische organisatie te zijn geworden en UNRWA van infiltratie door terrorisme. Sa'ar bekritiseerde ook het ICJ en beweerde dat het hof politiek gemotiveerd handelt om het recht van Israël op zelfverdediging te ondermijnen.