Bij de parlementsverkiezingen in Groenland op dinsdag 11 maart hebben twee partijen die voorstander zijn van onafhankelijkheid, Demokraatit en Naleraq, een meerderheid behaald van de 40.000 uitgebrachte stemmen. Demokraatit leidde met bijna 30% van de stemmen, een stijging van 21% ten opzichte van 2021. Naleraq volgde met 24,5%, meer dan een verdubbeling van hun vorige stemmenaandeel. De verkiezingen kregen internationale aandacht vanwege de strategische ligging van Groenland en de interesse van figuren als Donald Trump.
Demokraatit pleit voor geleidelijke onafhankelijkheid van Denemarken door middel van onderhandelingen, terwijl Naleraq streeft naar een snellere scheiding, mogelijk het bevorderen van nauwere banden met de VS. De verkiezingen werden vervroegd uitgeschreven door premier Mute Bourup Egede, wiens partij Inuit Ataqatigiit 21% van de stemmen behaalde, een daling ten opzichte van 2021.
Er worden onderhandelingen verwacht om een coalitieregering te vormen. De verkiezingsresultaten benadrukken het voortdurende debat over de toekomstige relatie van Groenland met Denemarken, dat momenteel zijn buitenlandse betrekkingen, defensie en monetair beleid beheert. De stemming vindt ook plaats te midden van toenemende geopolitieke interesse in het Noordpoolgebied, waarbij landen als Rusland en China hun activiteiten opvoeren.