Astronomen hebben, met behulp van de James Webb Space Telescope (JWST), een baanbrekende ontdekking gedaan: de meest verre massieve rustige melkweg (MQG) ooit waargenomen, genaamd RUBIES-UDS-QG-z7. Het licht van dit sterrenstelsel heeft 13 miljard jaar gereisd en biedt een glimp van zijn bestaan slechts 700 miljoen jaar na de Big Bang. Deze bevinding daagt gevestigde modellen van melkweg evolutie uit, wat suggereert dat sommige sterrenstelsels de stervorming veel eerder stopzetten dan eerder werd gedacht.
RUBIES-UDS-QG-z7 vormde snel sterren en verzamelde een massa die gelijk is aan 10 miljard zonnen, voordat de stervorming abrupt stopte. Dit daagt bestaande modellen uit die voorspelden dat er aanzienlijk minder van dergelijke sterrenstelsels in het vroege heelal zouden zijn. De snelle en efficiënte stervorming van het sterrenstelsel, gevolgd door de vroege doving, geeft aan dat de processen die de stervorming in het vroege heelal bepalen, mogelijk een aanzienlijke herziening vereisen.
In tegenstelling tot andere vroege sterrenstelsels die door JWST zijn waargenomen, vertoont RUBIES-UDS-QG-z7 geen bewijs van een actieve galactische kern (AGN), wat impliceert dat het licht uitsluitend afkomstig is van sterren. Hoewel de huidige schattingen suggereren dat dergelijke sterrenstelsels zeldzaam zijn, is verder onderzoek nodig. Toekomstige JWST-waarnemingen, waaronder spectroscopie met hoge resolutie, samen met gegevens van de ALMA-telescoop, zijn gepland om de samenstelling en vormingsgeschiedenis van RUBIES-UDS-QG-z7 verder te onderzoeken. Deze ontdekking biedt waardevolle inzichten in de vorming en evolutie van sterrenstelsels in het vroege heelal en maakt de weg vrij voor een dieper begrip van de kosmische geschiedenis.