De oranje kleur van sommige cheddar kazen gaat terug tot het 17e-eeuwse Engeland, waar gras dat rijk is aan bèta-caroteen de koemelk op natuurlijke wijze kleurde.
Boeren begonnen de room af te scheppen voor de boterproductie, waardoor het natuurlijke oranje pigment uit de cheddar werd verwijderd.
Om de verwachte kleur te behouden, begonnen ze natuurlijke kleurstoffen toe te voegen, zoals goudsbloemen, saffraan, wortelsap en uiteindelijk annatto, afkomstig van de achioteboom.
Annatto werd het belangrijkste kleurmiddel omdat het de smaak van de kaas niet beïnvloedt.
De praktijk verspreidde zich naar andere kazen, zoals Gouda, Red Leicester en Colby, en vond zelfs zijn weg naar producten zoals Kraft Mac & Cheese.
Naast de traditie hielp annatto kazen op te vallen en het hele jaar door een consistente kleur te behouden, ondanks seizoensgebonden variaties in het dieet van de koeien.
Hoewel het in de VS gebruikelijk is, vermeden kaasproducenten in New England traditioneel het kleuren van hun cheddar, wat resulteert in de bleke witte tint die vaak te zien is in cheddar uit Vermont.