Recente ontdekkingen in Tel 'Erani onthullen dat bananen al in 1000 v.Chr. de Judese kust bereikten, wat de eerdere opvattingen over handelsnetwerken in de IJzertijd verandert. De banaanresten werden gevonden in 3000 jaar oude graven. Dit suggereert dat de langeafstandshandel tussen de Levant en verre regio's uitgebreider was dan eerder werd aangenomen.
Onderzoekers van de Bar-Ilan Universiteit en het Max Planck Instituut voerden de analyse uit. Ze analyseerden tandplak van individuen die begraven waren op de Tel Erani-locatie. De analyse identificeerde banaan zetmeelkorrels, samen met sesam en gierst, die in die periode niet inheems waren in de Levant.
Deze ontdekking wijst op de import van gedroogd fruit, mogelijk uit Zuid-Azië, en mogelijk experimentele teelt met behulp van geïmporteerde stekken. De bevindingen plaatsen het Filistijnse Palestina uit de IJzertijd binnen een wijdvertakt commercieel netwerk waarvan eerder werd gedacht dat het pas in latere eeuwen bestond. Dit benadrukt het naar buiten gerichte karakter en de interne diversiteit van Filistijnen.