De kruisiging van Jezus Christus is een hoeksteen van het christelijk geloof, waarbij het kruis een vereerd symbool is geworden. Het lot van het originele kruis blijft echter een onderwerp van mysterie en debat.
Talrijke kerken en kloosters wereldwijd beweren fragmenten van het "Ware Kruis" te bezitten. Deze beweringen gaan vaak terug tot verslagen uit de 3e en 4e eeuw, die de ontdekking beschrijven van het hout dat bij Jezus' kruisiging werd gebruikt. Volgens deze historische verhalen ontdekte Helena, de moeder van keizer Constantijn, het kruis in Jeruzalem. Sommige verslagen suggereren dat het Ware Kruis werd geïdentificeerd als het enige kruis met sporen van nagels, zoals beschreven in het Evangelie van Johannes.
De authenticiteit van deze relikwieën is een kwestie van historisch geschil. Sommige historici suggereren dat het hout mogelijk door de Romeinen is hergebruikt, terwijl anderen de verering van relikwieën toeschrijven aan een verlangen naar een tastbare verbinding met religieuze figuren. Theoloog Johannes Calvijn merkte beroemd op over de overvloed aan geclaimde fragmenten, en suggereerde dat als ze verzameld zouden worden, ze een scheepslading hout zouden vormen. Experts merken op dat het definitief lokaliseren van het Ware Kruis onwaarschijnlijk is, en de term "kruis" mogelijk verwees naar een eenvoudige houten staak.