Parasitair sedimentair DNA onthult introductie van vis in een Europees hooggebergtemeer in de zevende eeuw

Bewerkt door: Katia Remezova Cath

In een studie gepubliceerd in Nature Communications, gebruikten onderzoekers parasitair sedimentair DNA om de oude introductie van vissoorten in een Europees hooggebergtemeer te onthullen, daterend uit de zevende eeuw. Deze ontdekking geeft een nieuwe vorm aan ons begrip van historische mens-omgeving interacties. Het toont ook het potentieel aan van sedimentaire oude DNA (sedaDNA) analyses bij het reconstrueren van ecologische en antropogene gebeurtenissen uit het verleden. De studie richtte zich op een afgelegen alpien meer in Europa. Onderzoekers analyseerden sedimentkernen die millennia overspannen, waarbij ze bewaarde DNA-fragmenten extraheerden en sequenceerden van parasitaire organismen waarvan bekend is dat ze vissen infecteren. Deze parasiet-DNA-markers dienden als indicatoren van de aanwezigheid van vissen en door de mens veroorzaakte introducties, en boden een proxy voor het reconstrueren van ecologische geschiedenissen. Sedimentair DNA (sedaDNA) verwijst naar genetisch materiaal dat bewaard is gebleven in milieuafzettingen. De studie benadrukte parasitair DNA dat gekoppeld is aan specifieke visgastheren, en leverde een genuanceerd signaal van de dynamiek en introducties van vispopulaties. Dit onderscheid is cruciaal omdat parasieten vaak samen met hun gastheren migreren. Het onderzoeksteam combineerde sedimentkernbemonstering, oude DNA-extractieprotocollen en high-throughput sequencing. Ze identificeerden parasietentaxa om onderscheid te maken tussen endemische parasietenpopulaties versus die geïntroduceerd met niet-inheemse vissoorten. De sedimentaire lagen die overeenkomen met de vroege middeleeuwen vertoonden signalen van parasiet-DNA geassocieerd met vissen die niet inheems zijn in het meer. Dit bewijs is consistent met historische hypothesen die door de mens aangedreven visintroducties suggereren. Deze introducties kunnen gemotiveerd zijn geweest door bestaansbehoeften of resource management. De aanwezigheid van niet-inheemse visparasieten impliceert dat menselijke activiteit de lacustriene biota-samenstelling eeuwen eerder heeft veranderd dan gedocumenteerd. Deze studie bevestigt het nut van parasitair sedaDNA als een bio-indicator die ecologische veranderingen kan detecteren die verband houden met de invasie van soorten. De aanpak biedt een proxy voor het begrijpen van de ziekte-ecologie in het verleden. Erkennen dat visintroducties meer dan een millennium geleden plaatsvonden, dwingt moderne beleidsmakers om historische basislijnen te integreren. Het onderzoek benadrukt de temporele resolutiemogelijkheden van sedimentair DNA. Onderzoekers bereikten een fijnmazige chronologische mapping van het verschijnen en verdwijnen van parasiet-DNA. Het onderzoeksteam benadrukt dat sedimentkernen van andere hooggelegen meren mogelijk onaangeboorde parasiet-DNA-archieven bevatten. Oud DNA is vatbaar voor degradatie en contaminatie. Innovaties in isolatietechnieken en contaminatiecontroles waren cruciaal voor het ophalen van informatieve sequenties. Deze studie bouwt een overtuigende zaak op voor parasitair sedimentair DNA als een lens voor het reconstrueren van de biodiversiteit en antropogene impact in het verleden. De bevindingen onthullen een verhaal waarin oude gemeenschappen hun omgeving manipuleerden. Deze interactie heeft historisch gezien ecosysteemtrajecten gevormd die de huidige biodiversiteitspatronen en ecologische gezondheid blijven beïnvloeden. De integratie van parasitair sedaDNA in multi-proxy milieu reconstructies belooft een revolutie teweeg te brengen in paleobiologische onderzoeken.

Heb je een fout of onnauwkeurigheid gevonden?

We zullen je opmerkingen zo snel mogelijk in overweging nemen.