Een recente studie onthult dat het latente stadium van Toxoplasma gondii, een parasiet die bijna een derde van de wereldbevolking treft, actief samenwerkt met het immuunsysteem van de gastheer en onverwachte bescherming biedt. Deze bevinding daagt eerdere aannames uit dat het latente stadium uitsluitend dient om immuunontwijking te bewerkstelligen.
Belangrijkste ontdekkingen
Het onderzoek, geleid door Eberhard, Shallberg, Winn en collega's, benadrukt de interactie tussen latente bradyzoïetencysten en CD8+ T-cellen. Peptidefragmenten van bradyzoïet-specifieke eiwitten worden verwerkt en weergegeven, waardoor een cytotoxische T-celpopulatie in stand wordt gehouden die reactiveringsgebeurtenissen bewaakt en inperkt, waardoor de weerstand van de gastheer tegen symptomatische toxoplasmose wordt versterkt.
Het team volgde immuunlandschappen in weefsels waar T. gondii-cysten aanhouden, zoals het centrale zenuwstelsel en spiercompartimenten. De latente infectie bevordert een interferon-gamma (IFN-γ) omgeving, waardoor een immuunstimulerende niche in stand wordt gehouden die het heropleven van de parasiet tempert zonder duidelijke immunopathologie te veroorzaken.
Implicaties voor vaccinontwikkeling
Onderzoekers identificeerden eerder ongekarakteriseerde bradyzoïet-oppervlakte-eiwitten die fungeren als immuundominante antigenen. Deze eiwitten zouden het ontwerp van vaccins kunnen sturen die gericht zijn op het nabootsen van antigenen in het latente stadium, waardoor de profylactische immuniteit mogelijk wordt versterkt zonder de risico's die gepaard gaan met acute infectie.
De studie maakte gebruik van single-cell RNA-sequencing en ruimtelijke transcriptomics om immuuncel-fenotypes en hun functionele staten in kaart te brengen, aangevuld met live imaging-technieken om immuuncel-infiltratie en parasietinteracties te visualiseren. Deze uitgebreide aanpak biedt een dynamisch perspectief op de afweerstrategieën van de gastheer.
Gepubliceerd op 28 maart 2025 in Nature Microbiology, onderstreept dit onderzoek de dualistische aard van T. gondii-infectie, wat suggereert dat het latente stadium resistentie kan verlenen tegen andere intracellulaire pathogenen. Dit nodigt uit tot een herbeoordeling van latente parasitisme als een potentieel gunstige toestand.