Astronomen die gebruikmaken van de James Webb-ruimtetelescoop (JWST) hebben actief voedende, of 'vraatzuchtige', zwarte gaten waargenomen die zich in de centra van sterrenstelsels bevinden van meer dan 10 miljard jaar geleden. Deze waarnemingen, geleid door een team van de Universiteit van Kansas (KU), waren gericht op een periode die bekend staat als 'kosmische middag', die plaatsvond 2-3 miljard jaar na de Big Bang en werd gekenmerkt door snelle stervorming.
Deze ontdekking biedt waardevolle inzichten in de co-evolutie van sterrenstelsels en hun centrale zwarte gaten in het vroege heelal. Het team voerde de MIRI EGS Galaxy and AGN (MEGA) survey uit, gericht op de Extended Groth Strip, een gebied rijk aan sterrenstelsels in het sterrenbeeld Ursa Major.
De infraroodcapaciteiten van JWST waren cruciaal, waardoor de onderzoekers de stofwolken konden doordringen die deze vroege sterrenstelsels doorgaans verbergen. De waarnemingen onthulden actieve galactische kernen (AGN's), dit zijn gebieden rond zwarte gaten die intens worden verhit door zwaartekracht wanneer materie erin valt. Gegevens van de MEGA-survey geven aan dat sommige van de sterrenstelsels die deze AGN's herbergen, de voorlopers kunnen zijn van sterrenstelsels die vergelijkbaar zijn met onze eigen Melkweg. Door de voedingssnelheden van deze zwarte gaten, de snelheid van stervorming binnen de sterrenstelsels en hun interacties met hun omgeving te analyseren, kunnen wetenschappers meer te weten komen over de vormingsgeschiedenis van ons sterrenstelsel.