De herontdekking van Sriwijaya: Het blootleggen van Indonesië's maritieme koninkrijk

Edited by: Tetiana Martynovska 17

Indonesië's maritieme kracht is geworteld in zijn geschiedenis, met name de herontdekking van het koninkrijk Sriwijaya.

Europese geleerden brachten Sriwijaya aanvankelijk aan het licht via Chinese historische verslagen. Het bestaan van het koninkrijk werd in 1918 formeel gepostuleerd door de Franse historicus George Cœdès. Hij identificeerde het met het koninkrijk Shih-li-fo-shih, dat in Chinese teksten wordt genoemd. De naam Sriwijaya verschijnt op de Kedukan Bukit (682 AD) en Talang Tuwo (684 AD) inscripties in de buurt van Palembang.

I-Tsing, een Chinese boeddhistische monnik, bezocht Sriwijaya in 671 en verbleef er zes maanden om Sanskriet te leren. In 689, bij zijn terugkeer, was de invloed van Sriwijaya gegroeid en in 775 was het machtig, met religieuze gebouwen in Ligor (Maleisisch schiereiland). I-Tsing beschreef het als een versterkt centrum van boeddhistisch leren met meer dan duizend monniken.

Bekend als Shih-li-fo-shih, San-fo-ts'i of San Fo Qi door de Chinezen, en Yavadesh of Javadeh in Sanskriet en Pali, werd Sriwijaya ook Zabaj genoemd door Arabieren. De locatie van de hoofdstad is onderwerp van discussie, maar Pierre-Yves Manguin suggereerde het Musi-riviergebied tussen Bukit Seguntang en Sabokingking (Zuid-Sumatra). De Ligor-inscriptie (775) vermeldt koning Dharmasetu. Sriwijayaanse schepen zijn afgebeeld in Borobudur-tempelreliëfs, die lijken op pinisi-boten.

Sriwijaya was een thalassocratisch rijk dat bloeide van de 7e tot de 13e eeuw en de maritieme handel in Zuidoost-Azië domineerde. Zijn invloed strekte zich uit over politieke, religieuze, economische en culturele aspecten van de regio en liet overblijfselen achter in Indonesië, Maleisië en Thailand.

Heb je een fout of onnauwkeurigheid gevonden?

We zullen je opmerkingen zo snel mogelijk in overweging nemen.