Vondst in de Gobiwoestijn: Nieuwe dinosaurussoort had gigantische klauwen om vegetatie vast te grijpen

Een nieuwe dinosaurussoort, *Duonychus tsogtbaatari* (doo-ON-ih-kus tsog-tah-BAH-tar-ee), die is opgegraven in de Gobiwoestijn in Mongolië, bezat twee grote klauwen aan elke arm, aldus het tijdschrift iScience. De fossielen omvatten een goed bewaarde, gebogen klauw, wat suggereert dat de soort ze gebruikte om vegetatie vast te grijpen. De klauw, ongeveer 30 centimeter lang, behield zijn keratine schede. Ondanks de klauwen was *Duonychus* herbivoor, vergelijkbaar met luiaards of panda's, en gebruikte hij de klauwen om vegetatie naar zijn mond te trekken. De fossielen werden gevonden in 2012 tijdens de aanleg van een pijpleiding. De keratine schede fossiliseerde door snelle begrafenis na de dood, waardoor deze 90 miljoen jaar lang werd beschermd. Vertebratenpaleontoloog Jake Kotevski merkte op hoe zeldzaam het is om intacte keratine schedes op dinosaurusklauwen te vinden. Deze ontdekking vergroot het begrip van de evolutie van theropoden. *Duonychus tsogtbaatari* is een tweevoetige therizinosaurus, een ongebruikelijke eigenschap in deze groep langnekkige, herbivore dinosauriërs uit het Krijt. Er werd ook een gedeeltelijk skelet gevonden, dat het gewicht van de dinosaurus schat op 260 kilogram. De soort is vernoemd naar paleontoloog Khishigjav Tsogtbaatar.