EU bevordert belasting samenwerking, streeft naar handelsovereenkomst met de VS te midden van wereldwijde belastinghervorming

De EU streeft actief naar een eerlijke handelsovereenkomst met de VS, gericht op wederkerigheid door de afschaffing van tarieven op industriële goederen en de vermindering van non-tarifaire belemmeringen. EU-handelscommissaris Maros Sefcovic heeft benadrukt dat het bereiken van dit doel aanzienlijke gezamenlijke inspanningen van beide kanten vereist.

De besprekingen omvatten de wederzijdse afschaffing van tarieven op alle industriële producten, het aanpakken van de wereldwijde overcapaciteit in de staal- en aluminiumsector en het versterken van de veerkracht van de toeleveringsketen voor halfgeleiders en farmaceutische producten. De Europese Commissie heeft haar inzet bevestigd om deze besprekingen op een constructieve manier voort te zetten.

Tegelijkertijd versterkt de EU de belasting samenwerking binnen haar interne markt. De Raad van de EU versterkt de fiscale regelgeving voor bedrijven door de goedkeuring van de DAC9-richtlijn, die de G20/OESO-overeenkomst inzake wereldwijde belastinghervorming implementeert, die oorspronkelijk op 2 juli 2021 is vastgesteld.

Deze richtlijn is ontworpen om een minimum vennootschapsbelastingtarief van 15% te garanderen voor bedrijven met een jaarlijkse omzet van ten minste 750 miljoen euro. Het behandelt ook de belastingheffing van digitale bedrijven, zodat webexploitanten hun eerlijke deel van de belastingen betalen.

Hoewel de minimumbelasting ('Pijler 2') een communautair initiatief is, maakt het belastingbeleid voor internetexploitanten ('Pijler 1') deel uit van een OESO-overeenkomst. De overeenkomst van de Raad van de EU vereenvoudigt de rapportage voor grote bedrijven door gecentraliseerde indiening van belasting informatie (Ttir) mogelijk te maken.

Er wordt een standaardformulier voor Ttir-indiening in de hele EU geïntroduceerd, afgestemd op het Base Erosion and Profit Shifting (Beps)-kader van de G20 en de OESO. De Dac9-richtlijn treedt in werking op de dag na de publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

De lidstaten moeten de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die nodig zijn om aan de richtlijn te voldoen, uiterlijk op 31 december 2025 vaststellen en bekendmaken.