Amazon, Google en Microsoft breiden hun datacenteractiviteiten uit in waterarme regio's, wat zorgen oproept over de impact op lokale waterbronnen. Deze datacenters, cruciaal voor dataopslag en AI-modeltraining, hebben aanzienlijk water nodig voor koeling.
Een analyse van SourceMaterial identificeerde 38 actieve datacenters van deze techreuzen in gebieden die al te maken hebben met watertekorten. Hoewel Microsoft en Google ernaar streven om tegen 2030 meer water aan te vullen dan ze verbruiken, blijven er vragen over de algehele duurzaamheid van hun watergebruik.
Amazon, de grootste datacenter eigenaar via Amazon Web Services (AWS), streeft er ook naar om zijn waterverbruik tegen 2030 te compenseren, met de focus op waterarme regio's. Google bouwt vaak centra in droge gebieden en heeft zeven actieve centra in watertekortregio's van de VS, met plannen voor nog zes. In 2023 verbruikten de datacenters van Google 6,1 miljard gallon drinkwater, waarbij het centrum in Council Bluffs, Iowa, bijna 1 miljard gallon alleen al verbruikte.
Microsoft erkende in 2023 dat 42% van het water voor zijn centra afkomstig is uit waterarme gebieden. Het bedrijf heeft zich ertoe verbonden om tegen 2030 waterpositief te zijn door de watergebruiksintensiteit te verminderen en water aan te vullen in stressgebieden. Ze investeren in projecten zoals herstel van wetlands en het gebruik van innovatieve systemen voor de opvang van regenwater.
Deze bedrijven onderzoeken ook alternatieve koelmethoden en gebruiken gerecycled water om hun afhankelijkheid van zoetwaterbronnen te verminderen. Amazon rapporteert een watergebruikseffectiviteit (WUE) van 0,18 liter water per kilowattuur voor zijn AWS-datacenters en gebruikt gezuiverd afvalwater voor koeling op 24 locaties.