Een groeiend aantal onderzoeken wijst uit dat het grootouderschap aanzienlijke positieve effecten heeft op zowel de levensduur als het algemene welzijn. Interactie met kleinkinderen kan eenzaamheid bestrijden, de mentale behendigheid verbeteren en emotionele steun bieden aan oudere volwassenen.
Verhoogde levensduur en activiteit: Studies suggereren dat grootouders doorgaans actiever zijn dan oudere volwassenen zonder kleinkinderen, waardoor mogelijk aandoeningen zoals hartaandoeningen en diabetes worden afgeweerd. Deze verhoogde activiteit helpt de gewrichtsgezondheid en spierkracht te behouden.
Mentaal en emotioneel welzijn: Kleinkinderen bieden een gevoel van doel en verbondenheid, waardoor activiteit en sociale betrokkenheid worden aangemoedigd. Een onderzoek van de Boston University ontdekte dat nauwe relaties tussen grootouders en volwassen kleinkinderen in verband werden gebracht met minder symptomen van depressie in beide generaties. Bovendien scoorden oudere vrouwen die één dag per week op hun kleinkinderen pasten hoger op cognitieve tests, wat suggereert dat er een verband is tussen grootouderschap en mentale scherpte.
Sociale contacten en familiesolidariteit: Grootouders die voor hun kleinkinderen zorgen, leggen vaak nieuwe relaties, waardoor ze verbonden blijven met de wereld. Dit intergenerationele ondersteuningssysteem bevordert een gevoel van veiligheid en wederzijdse hulp, wat bijdraagt aan het algehele welzijn. Het gevoel gewenst te zijn en bij te dragen aan het gezin kan zeer gunstig zijn.
Hoewel fulltime zorg geven stressvol kan zijn, wordt gematigd grootouderschap geassocieerd met emotioneel welzijn en cognitieve voordelen. De sleutel is evenwicht en steun voor de grootouders zelf.