Een studie van het MIT Media Lab onderzocht de effecten van het gebruik van ChatGPT op de cognitieve betrokkenheid bij jongvolwassenen. Het onderzoek omvatte 54 deelnemers in de leeftijd van 18 tot 39 jaar uit de omgeving van Boston, die essays in SAT-stijl schreven met behulp van ChatGPT, Google Zoeken of geen digitale tools.
EEG-scans toonden aan dat deelnemers die ChatGPT gebruikten de laagste niveaus van hersenactiviteit vertoonden. Onderzoekers merkten op dat deze gebruikers “consistent onderpresteerden op neuraal, linguïstisch en gedragsmatig niveau.” Na verloop van tijd werd de ChatGPT-groep steeds passiever en greep vaak terug op copy-paste methoden.
De “alleen-hersenen”-groep, die zonder hulp schreef, vertoonde de hoogste neurale connectiviteit, met name in gebieden die verband houden met creativiteit en geheugen. Deze groep uitte ook meer nieuwsgierigheid en voldoening. Degenen die Google Zoeken gebruikten, vertoonden ook een hoge betrokkenheid en voldoening.
Toen hen werd gevraagd hun werk te herzien, had de ChatGPT-groep moeite om zich hun eerdere werk te herinneren, wat een lagere hersengolfactiviteit liet zien. De alleen-hersenen-groep daarentegen, die toegang kreeg tot ChatGPT voor de herschrijving, toonde een verhoogde hersenconnectiviteit. De studie, getiteld “Your Brain on ChatGPT: Accumulation of Cognitive Debt when Using an AI Assistant for Essay Writing Task”, werd gepubliceerd op 10 juni 2025.
De hoofdonderzoeker van de studie, Nataliya Kosmyna, benadrukte de urgentie van het publiceren van de bevindingen. Ze uitte haar bezorgdheid over de potentiële impact op ontwikkelende hersenen. Het onderzoek onderstreept de noodzaak van verder onderzoek naar de langetermijneffecten van AI-tools zoals ChatGPT op de cognitieve ontwikkeling en het leren.