Taalkundig onderzoek onthult dat Xiongnu en Hunnen een Paleo-Siberische taal deelden

Bewerkt door: Vera Mo

Recent taalkundig onderzoek geeft aan dat de Xiongnu en de Hunnen dezelfde Paleo-Siberische taal spraken, wat hypothesen over hun gemeenschappelijke afkomst ondersteunt. Deze bevinding voegt een taalkundig perspectief toe aan bestaand archeologisch en genetisch bewijs. Dr. Simon Fries en Dr. Svenja Bonmann analyseerden taalkundige gegevens, waaronder leenwoorden, persoonsnamen en geografische namen. Ze ontdekten dat deze groepen een vroege vorm van Arin spraken, een Jeniseische taal, in Binnen-Azië. Onderzoekers identificeerden oude leenwoorden in Turkse en Mongoolse talen die afkomstig zijn van Arin, gerelateerd aan natuurlijke elementen. Deze woorden tonen fonologische kenmerken die wijzen op een Jeniseische bron, wat suggereert dat de Arin-sprekende Xiongnu-elite invloed had. Verder bewijs komt van de 'Jie couplet', die overeenkomt met de Arin-grammatica. Persoonsnamen van Hunse heersers kunnen ook worden verklaard door Arin-woordvorming. Het team bracht hydroniemen en toponiemen in kaart en vond benoemingspatronen die overeenkomen met Arin lexicale items, waarbij een migratieroute werd getraceerd die overeenkomt met de bewegingen van de Hunnen naar Europa. Het onderzoek ondersteunt het idee dat de Hunnen afstammelingen waren van de Xiongnu, waarbij de taalkundige continuïteit werd gehandhaafd. De gecombineerde gegevens versterken de zaak voor een gemeenschappelijke Arin-sprekende afkomst. Dit werk benadrukt het potentieel van interdisciplinaire benaderingen om historische mysteries op te lossen. De volledige studie is gepubliceerd in de Transactions of the Philological Society.

Bronnen

  • Mirage News

  • Transactions of the Philological Society

Heb je een fout of onnauwkeurigheid gevonden?

We zullen je opmerkingen zo snel mogelijk in overweging nemen.