Een nieuwe studie onthult een verband tussen een verstoorde organisatie van het semantisch geheugen en een verminderd sociaal functioneren bij schizofreniepatiënten. Deze bevinding vergroot het begrip van de cognitieve aspecten van schizofrenie. Het suggereert ook nieuwe therapeutische benaderingen om sociale resultaten te verbeteren.
Het semantisch geheugen is een mentale opslagplaats van feiten, concepten en betekenissen die essentieel zijn voor communicatie en sociale interactie. In tegenstelling tot het episodisch geheugen, maakt het het begrijpen van taal en sociale signalen mogelijk. Bij schizofrenie is dit vermogen aangetast, wat leidt tot gefragmenteerde semantische geheugennetwerken.
Onderzoekers gebruikten neuropsychologische beoordelingen en computationele taalkundige analyses om de semantische geheugencoherentie bij schizofreniepatiënten te meten. Ze onderzochten verbale vloeiendheid en semantische associatietaken. De studie evalueerde woordnetwerken om de integriteit van de semantische geheugenorganisatie te beoordelen.
De studie vond een sterke correlatie tussen desorganisatie van het semantisch geheugen en verminderd sociaal functioneren. Patiënten met de meest gefragmenteerde semantische netwerken vertoonden de meest ernstige sociale beperkingen. Dit suggereert dat cognitieve verstoringen in de semantische verwerking een impact hebben op sociale vaardigheden in de echte wereld.
Desorganisatie van het semantisch geheugen weerspiegelt waarschijnlijk connectiviteitsproblemen in hersengebieden zoals de temporale kwab en de prefrontale cortex. Deze gebieden zijn cruciaal voor het vormen van coherente semantische representaties. Interventies die zich richten op deze verstoringen kunnen cognitieve en sociale tekorten verbeteren.
Het onderzoek suggereert nieuwe cognitieve remediëringsstrategieën, zoals gecomputeriseerde semantische training, die de semantische netwerkorganisatie kunnen verbeteren. Computationele taalkunde kan objectieve meetgegevens van cognitieve integriteit leveren. Dit zou een revolutie teweeg kunnen brengen in gepersonaliseerde behandeling en monitoring.
De auteurs merken op dat desorganisatie van het semantisch geheugen varieert tussen individuen. Factoren zoals de duur van de ziekte en de medicatiestatus beïnvloeden dit. Inzicht in deze factoren kan leiden tot therapeutische benaderingen op maat.