Genomische studie suggereert dat taalvermogen 135.000 jaar geleden aanwezig was

Edited by: Anna 🎨 Krasko

Een genomisch onderzoek geeft aan dat het vermogen tot menselijke taal mogelijk al 135.000 jaar geleden bestond, waarbij sociaal gebruik mogelijk ongeveer 100.000 jaar geleden ontstond. Homo sapiens is ongeveer 230.000 jaar oud en schattingen van de oorsprong van taal variëren. Shigeru Miyagawa, MIT-professor en co-auteur, stelt: "Elke populatie die zich over de hele wereld vertakt, heeft menselijke taal en alle talen zijn gerelateerd." De studie "Linguistic capacity was present in the Homo sapiens population 135 thousand years ago", gepubliceerd in *Frontiers in Psychology*, analyseert 15 genetische studies. De gegevens suggereren een eerste regionale vertakking van mensen ongeveer 135.000 jaar geleden. Deze meta-analyse werd mogelijk gemaakt door de toegenomen kwantiteit en kwaliteit van beschikbare genetische studies. Miyagawa gelooft dat alle menselijke talen gerelateerd zijn. Hij stelt dat de belangrijkste vraag is wanneer mensen het cognitieve vermogen hadden om taal te ontwikkelen, waarbij woordenschat en grammatica werden gecombineerd. Ongeveer 100.000 jaar geleden onthullen archeologische bewijzen wijdverbreide symbolische activiteit, zoals markeringen op objecten en het gebruik van oker. Deze activiteiten zijn, net als complexe taal, uniek voor mensen. Ian Tattersall suggereert dat taal een "trigger was voor modern menselijk gedrag", die het denken en innovatie stimuleerde. Miyagawa erkent het potentieel voor verder onderzoek en hoopt meer onderzoek naar menselijke taal en evolutie aan te moedigen.

Heb je een fout of onnauwkeurigheid gevonden?

We zullen je opmerkingen zo snel mogelijk in overweging nemen.